Zondag 14 juli hebben we afgesproken met de wandelvrienden uit Brabant voor een dagtocht door de Hoge Venen. Ik had daar ooit een artikel over gelezen in een blad en het leek me een mooi gebied om te bezoeken. Het is prachtig weer en het belooft dus een mooie dag te worden.
Voor zessen gaat de wekker af en om even half zeven zitten we in de auto richting Heeze. Net na Tilburg rijden Piet en Riet van Bommel ons voorbij en zo komen we precies kwart voor acht samen aan bij Betty en Tjeu. Hier drinken we koffie met een heerlijk stuk taart en kletsen alvast wat bij. Om half negen vertrekken we. Gina doet een groot deel van de weg een dutje, maar ik kan mezelf wel wakker houden. Om tien uur parkeren we de auto 's bij Signal de Boutrange, het beginpunt van onze wandeling.
We doen de "bottinekes" aan zou An Willemsen gezegd hebben, maar An en haar man Guy zijn deze keer niet van de partij omdat An moet werken. Ik kies voor een korte broek en smeer mezelf goed in, want het is zonnig en helder weer.
We gaan even bij het informatiebureau de route navragen en het blijkt dat de vlonders pas gisteren weer in gebruik zijn genomen na de brand van twee jaar terug. De dames willen nog even naar het toilet, maar het restaurant is pas om half elf open. Als de deuren na een kwartiertje wachten dan nog gesloten blijven, vragen ze of ze gebruik mogen maken van het toilet in het informatiecentrum. Dat mag. De heren besluiten de vrije natuur te benutten in voorkomende gevallen. Dat zou Piet even later flink opbreken, maar dat wist nog niemand.
We steken de weg over en zien voor ons een uitkijkplatform dat we overigens links laten liggen, want we slaan rechtsaf en lopen parallel aan de weg in zuidoostelijke richting. Het is nog lekker rustig en we beginnen vol goede moed aan de 17 kilometer lange route die we ons zelf hebben opgelegd. De route staat in een boekje van Tjeu en hij is vandaag de gids.
Na een kilometer slaan we linksaf en vervolgen onze weg langs de bosrand in noordoostelijke richting. Het bord Eupen geeft 20 kilometer aan, maar zover gaan we niet. Roze vingerhoedskruid staat mooi in bloei, maar de plant is giftig, dus laten we die staan waar hij staat. Over onze linkerschouder zien we de uitgestrekte groene vlakte van de Hoge Venen.
Langs het pad staan ook distels die een grote aantrekkingskracht hebben op meerdere parelmoervlinders. Welke soort het precies is kan misschien iemand uit mijn kennissenkring wel vertellen. Piet, die wat achter is gebleven om af te wateren, komt trekkebenend aan bij de plek waar ik foto 's aan het maken ben. Bij navraag blijkt hij gevallen te zijn. Waarover weet hij niet, maar zijn elleboog bloedt. Erger is de spierblessure die hij in zijn bovenbeen heeft opgelopen, waardoor het lopen moeilijk gaat. Terugkeren wil hij niet en met behulp van twee wandelstokken loopt hij moeizaam over het pad. Dit is wel een domper op de feestvreugde en vooral voor Piet.
Ik blijf achter Piet lopen, dan kan ik gelijk om me heen kijken en loopt hij niet achteraan, wat demotiverend is als je niet uit de voeten kan. We durven niet het knuppelpad terug door het hoogveen te nemen, want dan wijken we af van de route, dus lopen we door.
Het doel vandaag is wandelen, maar ik weet zeker dat ik ook met het doel: vlinders, libellen en andere insecten, goed uit de voeten zou kunnen hier. Deze (nacht-)vlinder hangt ondersteboven, dus is voor mij moeilijk te determineren.
We lopen inmiddels in noordwestelijke richting over een breed pad, dat af en toe behoorlijk zompig is. Betty stapt tot aan haar enkel in de modder en Riet struikelt een keer, maar bezeert zich gelukkig niet.
We buigen af noor het noorden en blijven nog steeds de bosrand volgen en we houden daarbij de vlakte links van ons. We hebben dus steeds een weidse blik naar links en het bos ligt aan onze rechterhand. Ik hoor verschillende vogels, zoals Tjiftjaf, Zwartkop, Sprinkhaanzanger en Vink en zie ook een Boomvalk die een paaltje als uitkijkpost benut. Voor foto 's is het allemaal veel te ver.
We komen bij een, door een beek uitgesleten, insnijding van het terrein. We dalen steil af naar een klein bruggetje en gaan bij het informatiebord naar links. We gaan nu pal west richting Baraque Michel, waar we de lunch hopen te gebruiken.
Vanaf hier is het "knuppel"-pad vernieuwd en kunnen we vlak lopen, dat is voor Piet ook wat fijner. We zien hier en daar nog resten van het verbrande pad en soms moeten we weer even dwars door de vegetatie. Leuk en afwisselend. Ik heb het dan ook prima naar mijn zin.
Het is enkele kilometers lopen, maar de temperatuur is prima, het landschap mooi en van de brand is weinig meer te zien dan wat geblakerde boompjes. Het gras en de bessenstruiken hebben alweer bezit genomen van het terrein dat daardoor groen gekleurd wordt.
Onderweg komen we andere wandelaars tegen, maar het is niet erg druk. Het pad is lang en bestaat uit duizenden balkjes, waar lang aan gewerkt moet zijn voordat het af was.
Na precies drie uur en ruim 10 kilometer lopen zonder pauzes komen we aan bij restaurant Baraque Michel, waar we lekker bij kunnen komen onder het genot van een kopje cappuccino. Daarna bestellen we een lunch. Piet en ik nemen een Strammer Max, een omelet met salade die ons bord goed vult. Gina neemt een koninginnehapje en ook dat is lekker. De rest neemt een Croque madam of monsieur. Het kost een tientje. Vrij prijzig vindt Tjeu voor een paar bijna zwart geblakerde boterhammen met salade en worst. Ik ben het met hem eens.
We laten Piet en Riet achter bij de Baraque Michel en gaan met z 'n vieren op weg naar Signal de Boutrange. Als we ergens zowel links- als rechtsaf kunnen, kiezen we voor rechtsaf. Dat blijkt niet de goede keuze, dus wordt het zoeken naar de route. Met de kaart en Tjeu erbij komen we er echter wel uit en na twee uur en 17 kilometer in de benen staan we bij de parkeerplaats. Gina en ik halen Piet en Riet op en weldra zitten we met z 'n allen uit te puffen met een drankje op het terras.
Naar Obermaubach in Duitsland
We besluiten ergens iets te gaan eten. Het wordt uiteindelijk café-restaurant Strepp in het wereldberoemde Obermaubach. We moeten er wel ruim 50 kilometer voor rijden door kleine dorpen en langs zonnige hellingen. Maar dan heb je ook wat. Het is een typisch Duits restaurant met eikenhouten meubilair. Betty en Tjeu kennen (natuurlijk) eigenaar Peter en we worden warm verwelkomd.
We eten allemaal champignonschnitzel met patat, "Duitser" en ook lekkerder kan het niet. Na afloop krijgen we nog een drankje, maar Gina, Riet en ik houden het bij de vertrouwde cappuccino.
Buiten nemen we nog wat foto 's en als de zon, die weerspiegelt in het meer, bijna achter de horizon is verdwenen, nemen we afscheid van elkaar en rijden richting huis waar we om half twaalf aankomen. Het was een supermooie en gezellige dag. Jammer van de val van Piet. Hij heeft er vast minder van genoten. Nog maar eens een keer die kant op om het over te doen dan maar. Gina en ik kijken er al naar uit.